Licht, lantaarn en lied, dat zijn de drie belangrijkste elementen van deze traditie. Het Kaarsje in lantaarn zingen is een zeer divers gebruik. De naam “kaarsje in lantaarn” is afkomstig van een kinderliedje. Dit was de openingszin van een reeks liederen die gezongen werden op verschillende tijdstippen van het jaar. Vaak gebeurde dit op feestdagen zoals Driekoningen of Sint Maarten. Soms werd er bij dit liedje ook gedanst rond enkele kaarsjes. In onze regio gaat het specifiek over het “Lantaarnzingen” in Dessel en in Mol-Ezaart. De zangertjes gaan op pad met kleurrijke Lampionnen (vroeger uitgeholde bieten) en zingen verschillende liedjes:
Kaarsje in de lantaarn, is mijnheer pastoor niet thuis?
‘k Zou hem eens gaarne spreken, ’t avond in zijn huis.
Ze zeggen dat ik een lulleman ben, ze zeggen dat ik een bulleman ben.
Ze liegen allemaal. Ze liegen allemaal
Het lied over meneer pastoor kan je terugvinden in Mol-Ezaart (en een aangepaste versie in Mol-Achterbos). Dit is het kaarsjeslied uit Dessel:
Kjeske me Lantaern,
Bootje mag ni veren
Bootje mag ni vut,
Dan blaoas ik het kjeske uit!
Tot en met de jaren 80 gingen de Desselse kinderen zingend rond in hun dorp. Tegenwoordig is het bedelelement weggevallen al krijgen de zangertjes wel op het einde van de wandeling een wafel of wat snoep.
De verschillende lantaarnstoeten uit onze streek vinden plaats op het einde van september en oktober. Op het moment dat de dagen korter worden en de nachten lengen wordt de zomer vrolijk uitgezongen. De oogst werd dan ook binnengehaald een belangrijk moment tijdens de agrarische kalender. In veel culturen organiseren ze speciaal voor dit moment festiviteiten. Zo heb je bijvoorbeeld Halloween, dat sterk gelijkt op de Kempische lantaarnstoeten.
Voor meer informatie over Kaarsje in Lantaarn zingen klik dan hier.
![]() Wanneer
kan er gezongen worden?
Agenda
|
![]() Waar?
Welke gemeenten doen mee?
Meer info
|
