Uitgedoofde tradities zijn de gebruiken en gewoontes die niet meer actief beoefend worden. Vaak zijn deze in een recent verleden (tijdelijk) uit het straatbeeld verdwenen. Soms smeult een gebruik nog lange tijd na. Veel mensen willen de traditie nog wel beoefenen, maar komen daar om allerlei redenen niet meer toe. In zo’n geval kan een traditie opnieuw gelanceerd worden.
Niet alle gebruiken zijn voor de eeuwigheid bestemd. Wanneer een traditie echt geen aansluiting meer vind met de hedendaagse maatschappij mag je deze als “uitgestorven” beschouwen.
Sint Jan zingen
24 juni is een speciale dag binnen de zonnecyclus. Dan is het zomerzonnewende, de langste dag van het jaar. In vele culturen wordt deze periode verbonden aan magie en folklore: dieren kunnen praten, doden keren als geesten terug...Vooral in Scandinavië wordt het midzomerfeest nog stevig gevierd.
In onze streken werden de festiviteiten verbonden aan het feest van de heilige Sint-Jan de Doper. Mol kende tot voor kort een kinderstoet ter ere van Sint-Jan. Het begon als een kleine bedelzangtocht van de kinderen uit de centrumstraten. Zij hadden geen school op deze dag en trokken daarom zingend rond. Het lied dat de kinderen oorspronkelijk zongen op hun bedelzangtocht stemt bijna exact overeen met het populaire Driekoningenlied: Sint-Jan, Sint-Jan koopt mij nen nieuwen hoed…. Vanaf de jaren dertig groeide het Sint-Jansfeest uit tot een heuse ommegang waar verschillende scholen aan deelnamen. Het bedelelement viel weg bij deze traditie. Jarenlang kon de Sint-Janstoet op een grote populariteit bij de inwoners van het centrum rekenen. De kinderen wandelden verkleed door de straten. Tegenwoordig trekt de Sint-Janstoet niet meer uit.
Uitgedoofde zottentradities
Bij het hoofdstuk “Driekoningen zingen” kon je al kennis maken met de verschillende zottentradities uit onze regio. Veel van deze gebruiken werden op kleine schaal uitgeoefend. Meestal ging het dan over één of twee vriendengroepen die jaarlijks verkleed rondtrokken. Dit is het geval bij het “met de buffel zingen” uit Gestel (Meerhout). Op oudejaarsavond gingen de buffel en zijn begeleiders op pad. De buffel kroop op handen en voeten onder een jute zak of deken binnen begeleid door enkele kompanen. Aan de deur werd gevraagd of de buffel mocht binnenkomen. Hierop werd meestal positief gereageerd werd. Dit ging gepaard met het zingen van een lied:
De buffel hei e kaai wijf
ze doe niks dan slagen en kijven
en is er geen spek in de pan
dan krijgt de buffel ervan
Wa mut de buffel hemme
Spek (schuddebollend : neen)
Eieren (idem)
Hooi (idem)
Strooi (idem)
Geld (heftig ja-geknik)
Als de bewoners dan geld in het zakje staken trok de buffel naar het volgende adres. Met de buit van het zingen kochten de buffel en zijn kompanen drinken om het nieuwe jaar feestelijk in te zetten.
Het “zingen met de buffel” toont meerdere gelijkenissen met andere tradities uit de Kempen. Vaak wordt er op oudejaarsavond of Drie koningen gezongen door volwassenen of tieners in groepjes voor geld/drank. In Vorst-Laakdal vond je rond de eeuwwisseling (1900) nog een traditie terug waar volwassen mannen met een geketend monster op stap gingen. Daarnaast heb je nog het “zingen met den beer” in Heist-Op-Den-Berg, het “zwarte vent zingen” in Grobbendonk of het “Hanzen zingen” in Merksplas. Veel van deze tradities zijn vandaag de dag uitgedoofd. Een uitzondering is het “Hanske knap zingen”. Een fenomeen dat men nog kent in de Antwerpse polderdorpen (Zandvliet en Lillo) en waar de zangers angstaanjagend verkleed gaan om geld bij elkaar te zingen.
Sinte Greef
Sinte Greef of de graaf van Halfvasten is een geschenkheilige, net zoals Sinterklaas of Sint-Maarten. Hij bracht een bezoek aan de kinderen op het moment dat de Paasvasten ongeveer in de helft was. Al doet zijn naam vermoeden dat hij een geestelijke was, toch is hij nooit heilig verklaard. Of hij echt bestaan heeft kan niets met zekerheid gezegd worden. Het is wel bekend dat Sinte Greef op zijn feestdag geschenken bracht aan voornamelijk arme kinderen. In Antwerpen, Mechelen en was hij een bekende volksfiguur. Sinte Greef wordt onder meer vermeld in enkele geschriften uit het archief van Retie. Zijn populariteit bij omliggende steden en gemeentes doet vermoeden dat ook onze regio deelde in de feestvreugde rond Sinte Greef. In Retie zong men dan:
De Greef van Halfvasten,
Wat het em meegebracht?
een haantje op 'n stokske,
en daar een pluimmeke op!
Kinderen kregen, net zoals bij Sinterklaas, een geschenk in hun schoen. Dit was meestal een koekje/broodje in de vorm van een haantje. De tradities rond Sinte Greef verdwenen op de meeste plaatsen al voor de eerste wereldoorlog. In sommige dorpen kon je nog tot de jaren 60 een “haantje op een stokske” kopen.
![]() Wanneer
kan er gezongen worden?
Agenda
|
![]() Waar?
Welke gemeenten doen mee?
Meer info
|
